Stopgezette projecten brengen Shell in de rode cijfers
Royal Dutch Shell maakte in het derde kwartaal van 2015 een verlies van 6,1 miljard dollar (5,8 miljard euro). In dezelfde periode vorig jaar werd nog een winst van 5,3 miljard dollar opgetekend. De totale kostenpost voor de bijzondere lasten bedroeg bijna 8 miljard dollar. Daarin zitten vooral voorzieningen en afschrijvingen voor het stopzetten van projecten in Alaska en Canada. Wanneer de buitengewone lasten niet meegeteld worden, werd een winst geboekt van 1,8 miljard dollar, meer dat betekent nog steeds een daling van 70% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Deze scherpe terugval is vooral te wijten aan de aanhoudend lagere olie- en gasprijzen.
Ben van Beurden, topman van Royal Dutch Shell, zei in een verklaring dat het geĆÆntegreerde bedrijfsmodel en de resultaatgerichtheid van Shell ervoor gezorgd hebben dat de impact van de lage olieprijzen op de bedrijfsresultaten toch eerder beperkt bleef, in toch eerder moeilijke omstandigheden voor de industrie. Ondanks de sterke cash flow en dito bedrijfsprestaties in het voorbije kwartaal, zitten in de bekendgemaakte cijfers ook zware kosten vervat. Zo werden de activiteiten in de wateren ten noorden van Alaska stopgezet, net als het Carmon Creek project in Canada. Voor Shell waren dit moeilijke, maar belangrijke beslissingen. Toch blijft van Beurden ervan overtuigd dat deze beslissingen noodzakelijk waren om van Shell opnieuw een meer gefocust en concurrerend bedrijf te maken. Shell hoopt trouwens ook begin 2016 de overname van het Britse BG, die al een tijdje op tafel ligt, te kunnen afronden.