TNO onderzoekt potentieel groene waterstof voor transport
De onafhankelijke onderzoeksorganisatie TNO heeft in een rapport het potentieel van groene waterstof voor transport onderzocht. Eind deze maand zal het zijn bevindingen voorstellen.
In het onderzoek werden onder andere raffinagemethoden en methoden voor direct gebruik tegen elkaar worden afgewogen en zowel economische als milieueffecten worden bekeken. De analyse is onderdeel van de reactie van Nederland op de herziene Richtlijn Hernieuwbare Energie, die stelt dat de transportsector in de verschillende EU-lidstaten in 2030 ten minste 5,5% van zijn energie uit geavanceerde biobrandstoffen en hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong (RFNBO) haalt. De Nederlandse overheid plaatst zich met een ambitieuze subdoelstelling voor RFNBO van ongeveer 5,5 PJ in 2030 in de voorhoede van de waterstoftransitie in Europa.
De studie van TNO wil in dat kader onderzoeken wat de juiste correctiefactoren voor verschillende waterstofinzetmethoden in de transportsector zijn. Het Nederlandse ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wil op het vlak van transport prioriteit geven aan het directe gebruik van waterstof boven raffinaderijtoepassingen, omdat deze aanpak mogelijk meer broeikasgasreductie oplevert.
Cruciaal voor klimaatdoelstellingen
Het rapport moet mee vorm geven aan de ontwikkeling van de waterstofinfrastructuur in Nederland. TNO benadrukt daarbij dat de overgang naar vervoer op waterstof een zorgvuldige afweging vergt van productiemethoden, schaalvoordelen en technologische innovaties. De organisatie zal haar bevindingen voorstellen tijdens een speciaal webinar op 20 februari 2025. Dat buigt zich over een nulemissie voor zware bedrijfsvoertuigen en hun rol in het koolstofvrij maken van transport. Vrachtvervoer over de weg is nog steeds een van de meest vervuilende sectoren in Europa, zodat de overgang naar groene waterstof cruciaal is voor het behalen van de Europese klimaatdoelstellingen.
Lees ook:
