Zeewier veelbelovend als brandstof van de toekomst

In Denemarken slaagde een personenauto er voor het eerst in om tachtig kilometer te rijden op brandstof gewonnen uit zeewier. Tijdens de rit werden allerlei soorten rijgedrag uitgetest, zoals filerijden en rijden op de snelweg. Uit die tests is gebleken dat zeewierbrandstoffen een gelijkaardige werking hebben als reguliere brandstoffen op het vlak van gebruik en uitstoot. Dit meldt onderzoeksbureau TNO, dat deel uitmaakt van het overkoepelende Europese project MacroFuels. De verhouding van de gebruikte brandstof was tien procent biobrandstof op basis van zeewier, gemengd met negentig procent reguliere benzine. Het zeewier werd in Nederland bewerkt tot grondstof voor biobrandstoffen. Het Danish Technological Insitute kon tijdens de test ook bio-ethanol op basis van zeewier produceren. In totaal is ongeveer honderd liter brandstof met bio-ethanol aangemaakt en is honderd liter brandstof gemengd met bio-butanol. Uit de testen kon TNO besluiten dat het technisch zeker haalbaar is om brandstof te maken uit zeewier. Zeewier heeft enkel licht en zeewater nodig om te groeien en heeft verder geen minpunten. Het proces van het verwerken van zeewier is relatief eenvoudig. Bij het versnijden en koken komen er suikers vrij. Zeewier bestaat immers voor het grootste deel uit suikers, die verwerkt worden tot bio-ethanol. Volgens TNO is zeewier trouwens ook perfect inzetbaar voor allerlei andere toepassingen, gaande van voedingsmiddelen en bioplastics tot biobrandstoffen. Probleem blijft voorlopig nog het opschalen van de productie. Pas in 2035 zou de techniek grootschalig inzetbaar zijn, waarbij zeewier zou kunnen geproduceerd worden op 8 à 9% van het Nederlandse deel van de Noordzee, zo’n 5.000 vierkante kilometer. Hieruit zou 350 petajoule, zo’n 10% van het totale energieverbruik in Nederland, kunnen gewonnen worden.