Volvo Trucks gaat vanaf 2019 elektrische trucks verkopen in Europa
De eerste trucks van dit type worden dit jaar al in gebruik genomen door geselecteerde referentieklanten. Elektrische trucks produceren aanzienlijk minder lawaai en uitlaatgassen, en bieden daardoor nieuwe logistieke mogelijkheden. Er kunnen meer transporten ’s nachts worden uitgevoerd zodat minder trucks ruimte op de weg innemen in de spits.
âElektromobiliteit is geheel in lijn met de zienswijze van Volvo Trucks voor duurzame stedelijke ontwikkelingen met nul uitstoot op de lange termijnâ, zegt Claes Nilsson (foto), President Volvo Trucks. âAls elektrisch aangedreven en stille trucks worden gebruikt voor goederentransporten in stedelijke gebieden, kunnen we verschillende uitdagingen tegelijkertijd aan. Zonder storende geluiden en uitlaatgassen is het mogelijk om ook in de meer gevoelige stadskernen te leveren. Transport kan zo ook plaatsvinden in de minder drukke perioden, zoals ’s avonds laat of ’s nachts. Zo worden de wegen overdag tijdens de spits minder belast en is de inzet van het wegennetwerk en de voertuigen veel efficiĂ«nter dan nu.â
âOnze technologie en kennis van elektromobiliteit zijn gebaseerd op bewezen commerciĂ«le oplossingen die al worden gebruikt in elektrische Volvo-bussen en oplossingen die al in 2010 werden geĂŻntroduceerd in de hybride trucks van Volvo. De voertuigen zelf zijn slechts Ă©Ă©n factor van wat nodig is voor een geslaagde grootschalige elektrificatie. Overschakelen op duurzame transporten voor de lange termijn is een complex probleem dat vraagt om een holistische aanpak en een uitgebreide reeks maatregelen. We werken nauw samen met klanten, steden, leveranciers van oplaadinfrastructuur en andere belangrijke partijen om het vereiste raamwerk voor elektrische trucks op te zettenâ, zegt Jonas Odermalm, Head of product strategy medium duty vehicles bij Volvo Trucks.
âVolledige elektrificatie van stedelijke distributie is voor ons een eerste stap. We werken echter ook aan elektrificatie van andere transporttoepassingen. Dit is pas het beginâ, besluit Claes Nilsson.